Reportage in Trouw over Spijkenisse
Landelijk dagblad Trouw publiceerde op 11 december een interview met de familie Paauw en bestuurder Hanna Laport van Zeeuwse Gronden. Het artikel van redacteur Susan Wichgers gaat over de nieuwste woonlocatie in Spijkenisse. De foto’s zijn van Boudewijn Bolleman.
Reportage Psychiatrie
De ouders van Piet (52) vonden na lang zoeken een plek waar hun zoon kan wonen
Woningen voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen zijn schaars. Piet en Patty Paauw vonden na een lange zoektocht een plek voor hun zoon bij Zeeuwse Gronden, een woonvorm die bedacht werd door ouders.
Op de foto: Piet Paauw (junior), Piet Paauw (senior) en Patty Paauw in het appartement van Piet junior.
Bijna was hij afgestudeerd als econometrist toen Piet Paauw, inmiddels 52, een psychose kreeg. In de 27 jaar die volgden zou hij niet meer de oude worden. Ouders Piet (76) en Patty Paauw (72) hebben er op z’n zachtst gezegd nogal wat zorgen om gehad.
Die zorgen, die gingen ook over de vraag waar zoon Piet moest wonen. Woningen voor mensen met ernstige psychiatrische problemen zijn schaars. Piet woonde daarom lang in een andere stad dan zijn vader en moeder, bij een zorgaanbieder waar hij volgens zijn ouders eigenlijk te weinig begeleiding kreeg. En telkens als het beter ging, of juist slechter, moest hij weer op een wachtlijst voor een andere woonvorm of afdeling.
Maar sinds een paar weken woont Piet hier in Spijkenisse, vlakbij zijn ouders en zijn zussen. Hij huurt er een appartement in een gloednieuw complex van Zeeuwse Gronden, een woonvorm voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen die zo langzamerhand ook buiten Zeeland zijn weg vindt.
Foto Boudewijn Bolmann
Bestuurder Hanna Laport van Zeeuwse Gronden. Bron Foto Boudewijn Bollmann
Familie meer betrokken
Dat begon allemaal op initiatief van Ypsilon, de vereniging voor naasten van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. Die vond dat de aandacht voor deze groep in bestaande woonvormen tekortschoot en familie te weinig betrokken werd bij de zorg. “Op andere plekken is wonen, behandeling en begeleiding vaak gesplitst”, zegt Zeeuwse Gronden-bestuurder Hanna Laport. “Daardoor kan communicatie met familie gebrekkig zijn.”
Bij Zeeuwse Gronden, overgewaaid uit Zeeland dus, doen ze het anders, vertelt Laport in de modern ingerichte gezamenlijke woonkamer in Spijkenisse. Hier geen managers of tussenlagen, alleen zorgverleners en drie bestuurders. Alles zit onder één dak: de spreekkamer van de psychiater grenst aan de gezamenlijke woonkamer. En mensen kunnen hier in principe hun hele leven blijven wonen, zeker wanneer ze een indicatie hebben voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Ook als het tijdelijk wat beter gaat.
Inmiddels zijn er veertien locaties in Zeeland, één op Goeree-Overflakkee en deze, in Spijkenisse. Komend jaar wordt er ook een locatie in Rotterdam opgeleverd. Dat er gebouwd wordt, is hard nodig: uit onderzoek van tv-programma Pointer eerder dit jaar bleek dat er een enorm tekort is aan woningen voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. Daardoor raken sommige mensen met een Wlz-indicatie zelfs dakloos.
Het bouwen van zo’n locatie gaat overigens niet zonder slag of stoot. Het vergt een goede samenwerking met woningcorporaties en gemeenten. Buurtbewoners staan er in eerste instantie niet bepaald om te springen. Ook hier in Spijkenisse kwam er aanvankelijk kritiek.
Onrust in de buurtapp
“Onze dochter woont hier om de hoek”, zegt Piet Paauw senior aan de eettafel in de woonkamer. “Toen de eerste paal geslagen werd, kwamen de bezorgde berichten in de buurtapp. Zij heeft toen uitgelegd dat haar broer er kwam wonen, dat mensen niet bang hoeven te zijn.”
Het begint altijd met weerstand, zegt Laport. “Ernstige psychiatrie, dat klinkt eng. ‘Waar is het hek?’, krijgen we ook weleens te horen. Maar uiteindelijk gaat het altijd goed.” Wat daarbij helpt is dat de locaties veel activiteiten organiseren voor de buurt. Zo was hier laatst een high tea om de opening te vieren.
Voor de bewoners zelf is er ook genoeg te doen. Vaste prik: drie keer per dag samen beneden eten. Moet niet, mag wel, al is er wel elke ochtend een verplicht contactmoment voor de vijftien bewoners zodat de begeleiding goed in beeld heeft hoe het met iedereen gaat.
Piet junior in zijn Legokamer. Bron Foto Boudewijn Bollmann
Notre-Dame van Lego
Piet junior gaat elke middag om vijf uur naar beneden om te helpen met koken, vertelt hij in zijn appartement op de derde verdieping. Tijdens het gesprek in de woonkamer eerder had hij zich even teruggetrokken, dat was te druk.
Zijn appartement, waar hij een rondleiding geeft, is licht en vooral heel ruim. Zijn Lego-projecten kunnen rekenen op een eigen kamer (aan de Notre-Dame alleen al was hij weken kwijt). Bovenal is het, tot grote vreugde van zijn ouders, netjes. Iedere donderdag is het schoonmaakdag. De eerste weken hielp zijn moeder mee, maar na een paar keer belde Piet al: hoeft niet meer, mam.
Hoewel hij dichterbij is gaan wonen, is het dus ook een kwestie van loslaten voor zijn ouders. “Dat is soms best moeilijk”, geeft moeder Patty toe, maar de voordelen wegen op tegen de nadelen. In slechts een paar weken hebben ze hun zoon al zien veranderen naar iemand die meer initiatief neemt. Hier, zeggen zijn ouders, is de basis goed. En dan wordt de rest van het leven ook makkelijker.
Hij is al gaan schaken in de buurt, begon met gitaarlessen en organiseerde een familie-uitje naar Rotterdam. En deze week kocht hij, na een kwart eeuw zonder, plots weer een fiets. Of er zijwieltjes op moeten, had zijn vader gevraagd. “Hij wordt door z’n vader aardig geplaagd”, zegt Patty. “Maar dat is gelukkig geheel wederzijds.”
(Dit artikel is geschreven door Susan Wichgers, redacteur zorg Trouw)
